Karel Bostoen – Lof van de jenever. Een Nederlandse eigenaardigheid?

Sterke drank, zoals brandewijn en jenever, zijn in de Nederlandse letterkunde slechts sporadisch het onderwerp geweest van lofzangen[i]. Dat is niet vreemd, want bij een lofzang past een prijzenswaardig onderwerp. Dat laatste is sterke drank niet, vooral niet een aantal effecten ervan. Toch worden vaker niet lofwaardige zaken op hooggestemde toon geprezen. Dit soort werk hoort dan tot een apart literair genre, het paradoxaal encomiumof ironische lofrede genaamd. Daarin worden personen en zaken geroemd die op het eerste zicht een dergelijke lof helemaal niet verdienen. Het best bekende voorbeeld van een paradoxaal drank-encomium is De lof der jenever van Robert Hennebo.

De lof der jenever van Robert Hennebo
De lof der jenever van Robert Hennebo 1718

Deze lofzang op de Nederlandse nectar verscheen voor het eerst in 1718 en heeft sindsdien behoorlijk veel succes gekend. In de achttiende eeuw is het werkje zeven keer herdrukt en in 1987 kwam zelfs een vijftiende druk van de pers. Bovendien stond het in een geur van vaderlandsliefde, gezien de clandestiene uitgave uit 1945 die – om de bezetter te misleiden – met ‘1939’ op de titelpagina is verschenen. Kennelijk wilde de Bilthovense uitgever Ad Donker daarmee in deze barre tijden de liefhebbers van het vaderland een hart onder de riem steken. In de naoorlogse periode was de stemming alweer omgeslagen. Niet iedereen was even gelukkig met De lof der jenever.

 

Lees verder: http://rozenbergquarterly.com/jenever