Enne Koops ~ Top 50 Jiddische woorden in het Nederlands

Het Jiddisch is de Hebreeuws-Duitse mengtaal van de Joden die zich in de zeventiende eeuw in de Nederlanden – met name in Amsterdam – vestigden. Op markten, in winkels en cafés spraken deze Joden hun eigen taal. Uiteindelijk kwamen veel woorden zo in het Amsterdamse dialect terecht, ook in hogere kringen in die stad, en verspreidden zich later over heel Nederland. Niet alleen vanuit Amsterdam, maar ook vanuit plaatsen met (relatief) veel Joodse inwoners zoals Enschede, Groningen en Winschoten.

Historiek stelde naar eigen smaak een top 50 samen van de mooiste en fraaiste Jiddisch-Nederlandse woorden. Ter lering en vermaak:

bolleboos ~ slimmerik (van ba’al haba’jit = vader van het huis)
gabber ~ vriend (van chaveer = vriend, maat, kameraad)
hoteldebotel ~ in de war, volledig van slag, stapelgek, dolverliefd.
mesjogge ~ gestoord, gek
gein ~ plezier, lol (van chen = pret, behagen)
jatten ~ handen, ‘klauwen’. Bijv.: ‘Blijf met je jatten van een ander af!’ (van jad, wat ‘hand’ betekent)
sjacheraar ~ beunhaas
geteisem ~ uitschot, slecht volk (van chatat = zondeoffer)
penoze ~ boeven, onderwereld (van parnasa = werk, broodwinning)
kapsones ~ hoogmoed

Lees verder: http://historiek.net/top-50-jiddische-woorden