Onderwijs in Nederland

In Nederland is een kind vanaf zijn vijfde tot zijn zestiende levensjaar leerplichting, daarna geldt dat hij een startkwalificatie moet behalen. Een startkwalificatie is (minimaal) een vwo-diploma, havo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2 of hoger.

Primair onderwijs
Een leerling volgt van zijn vierde tot en met zijn twaalfde levensjaar primair onderwijs op een basisschool. Daarna stroomt hij door naar het voortgezet onderwijs.

Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs is – in tegenstelling tot het primair onderwijs – ingedeeld in verschillende niveau’s:
VWO
HAVO
VMBO
– theoretische leerweg
– gemengde leerweg
– kaderberoepsgerichte leerweg
– basisberoepsgerichte leerweg

De basisvorming in het voortgezet onderwijs vindt plaats in de onderbouw. In de bovenbouw kiest een leerling een sector of profiel en stelt een specifiek vakkenpakket samen.
Het vwo neemt zes jaar in beslag en kent drie vormen (gymnasium, lyceum en atheneum). De onderbouw duurt drie jaar, daarna kiest een leerling in de bovenbouw een profiel (natuur en techniek, natuur en gezondheid, economie en maatschappij of cultuur en maatschappij). Een vwo-diploma biedt toegang tot een wo-studie.
De havo duurt vijf jaar. De onderbouw beslaat drie jaar en in de bovenbouw kiest een leerling een profiel (zie vwo). Een leerling kan opstromen naar het vwo of kiezen voor een hbo-opleiding op het moment dat hij zijn diploma heeft behaald.
Het vmbo beslaat vier jaar en bestaat uit vier leerwegen. Een leerweg in het vmbo geeft een bepaald niveau en een bepaald soort programma aan: van heel praktisch tot vooral theoretisch. Na twee jaar onderbouw, kiest de leerling in de bovenbouw voor een bepaalde sector (techniek, zorg en welzijn, economie of landbouw). Na het behalen van het eindexamen kan een leerling opstromen naar de havo of kiezen voor een mbo-opleiding.

Lees verder: http://www.stichtingnob.nl